Hymnologie

Hymnologie is een onderdeel van de studie van kerkmuziek. Het vak houdt zich bezig met systematisch onderzoek, met de geschiedenis, de theorie en de uitvoeringspraktijk van christelijke hymnes.

Achtergrond

Hymnologie werd in de 19e eeuw een apart studievak. De teksten van gezangen werden in die tijd een populair studieveld, omdat er uit gezangboeken veel informatie te halen viel. Gezangen werden dus steeds meer gezien als informatiebron, en niet louter meer als illustratie.

Nederland

In Nederland ontstond in de 19e eeuw onderzoek naar psalmberijmingen, waarbij zowel naar de vorm als inhoud van de psalmen gekeken werd. Diverse vorsers publiceerden vanaf die tijd over de geschiedenis en het wezen van de gemeentezang. Het Instituut voor Christelijk Cultureel Erfgoed (Rijksuniversiteit Groningen) doet onderzoek op het terrein van de hymnologie, in het bijzonder de geschiedenis van de kerkzang in Nederland en de relatie tekst en muziek in de werken van Johann Sebastian Bach. Dit instituut beschikt over een grote collectie gezangboeken (o.a. de 'Collectie Wijchers') en literatuur.[1]

Duitsland

In Duitsland werd in de hymnologie (Gesangbuchforschung) in de 19e eeuw een verband gezocht tussen muziek- en kerkgeschiedenis en literatuuronderzoek. Hymnologie is daar tegenwoordig een multidisciplinair vak, dat de volgende Duitse vakgebieden bestrijkt: Katholieke en Evangelische theologie, sociale wetenschappen, Duitse en Engelse filologie, literatuurwetenschap, geschiedkunde en muziekwetenschap.

Engeland

In Engeland stond de hymnologie onder grote invloed van de vroeg-19e-eeuwse Romantiek. In Engeland valt hymnologie onder het vakgebied musicologie. Belangrijke onderzoekers en grondleggers van de hymnologie in Engeland waren James Montgomery (1771-1854), John Mason Neale (1818-1866), David Sedgwick, (1814-1879) en John Julian (1839-1913).

In de 20e eeuw verschenen in Engeland talloze publicatie over gezangen en hymnologisch onderzoek. Ook verschenen veel nieuwe gezangbundels en boeken met tekstuele, historische en inhoudelijke uitleg over de diverse gezangen en hun componisten. [2]

De Engelse hymnologie was van grote invloed op de hymnologie in de Verenigde Staten.

Bronnen, noten en/of referenties
  • Site over hymnologie
  1. Nederlandse hymnologische publicaties:
    • J.C. Schultz Jacobi, Geschiedenis van het Godsdienstig gezang bij de Lutherschen in de Nederlanden, Utrecht 1843.
    • Dr. R. Bennink Janssonius, Geschiedenis van het Kerkgezang bij de Hervormden in Nederland, Amsterdam 1863.
    • J.H. Gunning J. Hz., De Gezangenkwestie in de Ned. Herv. Kerk, Utrecht, 1910.
    • Dr. A.W. Bronsveld, De Evangelische Gezangen, verzameld in de jaren 1803-1805, en in gebruik bij de Nederlandsche Hervormde Kerk. Historisch-Letterkundig onderzoek, Utrecht 1917.
    • Kooiman, W.J., Luther's kerklied in de Nederlanden (proefschrift), Amsterdam 1943
    • G. van der Leeuw en Karel Philippus Bernet Kempers, Beknopte Geschiedenis van het Kerklied (2e druk Groningen 1948)
    • Hasper, H., Calvijns beginsel voor de zang in de eredienst, verklaard uit de heilige schrift en uit de geschiedenis der kerk, een kerkhistorisch en hymnologisch onderzoek, Deel I, 's-Gravenhage 1955.
    • Mehrtens, F., Kerk en muziek, 's Gravenhage 2e druk 1961.
    • Westra, E., Uit Sions zalen, Een kerkmuzikale handreiking, Baarn 1966.
    • De Gemeente Zingt, een Handreiking voor de zang der gemeente, door de commissie voor de kerkmuziek uit de raad voor de eredienst der Nederlandse Hervormde Kerk, Den Haag, 1968.
    • Hasper, H. Calvijns beginsel voor de zang in de eredienst II, verklaard uit de heilige schrift en uit de geschiedenis der kerk, een kerkhistorisch en hymnologisch onderzoek, bewerkt door Ds W. de Graaf te Zaltbommel, 's-Gravenhage 1976.
    • Mehrtens, F., Muziek op woorden, Baarn 1976.
    • A.C. Honders, R. Steensma, J. Wit, Het Lied en de Kerk, Hymnologische opstellen, Studies van het Instituut voor Liturgiewetenschap, nr.3. Groningen, 1977.
    • A.C. Honders, Klinkend Geloof, 's-Gravenhage 1978.
    • Compendium van achtergrondinformatie bij de 491 Gezangen uit het Liedboek voor de Kerken,Een, Amsterdam 1978.
    • P.G. Kunst, Kerkzang in de Nederlanden, Kampen 1981.
    • Zevenbergen, G.E., Kleine geschiedenis van het kerklied, publicatie van de Commissie voor de Kerkmuziek v.d. hervormde Kerk, herziene en uitgebreide druk, 1982.
    • Andel, C.P. van, Tussen de regels, De samenhang van kerkgeschiedenis en kerklied, 's-Gravenhage 1986, tweede druk 1982.
    • Kriek, H. Structuren in Kerkliedmelodieën, Commissie voor de Kerkmuziek 1982.
    • Houdt dan de lofzang gaande..., Opstellen over kerk en eredienst, aangeboden aan Prof. dr. G.N. Lammens ter gelegenheid van zijn zestigste verjaardag, Kampen 1983.
    • Lenselink, S.J., De Nederlandse Psalmberijmingen van de souterliedekens tot Datheen, 2e druk Dordrecht 1983.
    • Luth, J.R., "Daer wert om 't seerste uytgekreten...". Bijdragen tot een geschiedenis van de gemeentezang in het Nederlandse Gereformeerde protestantisme (ca. 1550-ca. 1850), Kampen, 1986.
    • Smilde, B., Hasper en het Kerklied, Een onderzoek naar het hymnodische en hymnologische werk van ds. Hendrik Hasper (1886-1974) in verband met de ontwikkeling van het kerklied in Nederland in de twintigste eeuw (proefschrift), Leeuwarden 1986.
    • Vernooij, A., De muzikale vormgeving van de eucharistieviering, Achtergronden en nieuwe ontwikkelingen van soorten en vormen in muziek ten dienste van de gemeenschapsliturgie, Hilversum 1986.
    • Gier, J. de, Van Souterliedekens tot Marnix, Stromingen en genres binnen de letterkunde der hervorming in de zestiende eeuw, Kampen 1987.
    • Hoek, K., "Heterofonie in de westerse kerkzang", in: Het Orgel, 1 (1987)
    • Honders, C., "Blik op de Hymnologie", in: Liturgie Barsten en breuken, Kampen 1988.
    • Schelling, P., Muziek & Kerkewerk, Aandacht voor muziek in de opbouw van de geloofsgemeenschap, Den Haag 1989.
    • J. de Bruijn, J. de, en Heijting, W. (eindred.), Psalmzingen in de Nederlanden van de Zestiende eeuw tot Heden, Kampen 1991.
    • Jespers, F., "Hoe God toe te zingen in de eenentwintigste eeuw?", in: Henau, E., en Jespers, F. (Red.), Liturgie en Kerkopbouw, opstellen aangeboden aan Ad Blijlevens c.ss.r. ter gelegenheid van zijn afscheid als hoogleraar in de liturgiewetenschap aan de Theologische Faculteit van de Katholieke Universiteit Nijmegen en het Universitair Centrum voor Theologie en Pastoraat te Heerlen, Baarn 1993.
    • Vernooij, A., "Muziek en gemeente-opbouw", in: Henau, E., en Jespers, F. (Red.), Liturgie en Kerkopbouw, opstellen aangeboden aan Ad Blijlevens c.ss.r. ter gelegenheid van zijn afscheid als hoogleraar in de liturgiewetenschap aan de Theologische Faculteit van de Katholieke Universiteit Nijmegen en het Universitair Centrum voor Theologie en Pastoraat te Heerlen, Baarn 1993.
    • S. Groot, De lof Gods geef ik stem, Inzichten en achtergronden van de vocale muziek in de rooms-katholieke eredienst, Baarn 1993.
    • Jan Luth, Jan Pasveer, Jan Smelik ,Het Kerklied. Een geschiedenis, Zoetermeer 2001
  2. Belangwekkende Britse hymnologen:
    • W.H. Frere (1863-1938) (historische introductie van de Historical Edition of Hymns, Ancient and Modern (1909))
    • Maurice Frost (1888-1961) (Historical Companion to Hymns, Ancient and Modern, en English & Scottish Psalm Tunes, c. 1543-1677)
    • James Moffatt en Millar Patrick (Handbook to the Church Hymnary Revised, 1927, vergroot in 1935). Patrick stichtte de "Hymn Society of Great Britain and Ireland", en redigeerde hun uitgaven. Hij was ook auteur van The Story of the Church's Song and Four Centuries of Scottish Psalmody.
    • John W. Wilson (1905-1992), redactiehulp bij veel liedbundels en auteur van vele wetenschappelijke publicaties, was vooraanstaand connaisseur van gezangmelodieën en hun geschiedenis.
    • Hymnoloog Alan Luff (geb. 1928) is bekend deskundige op gebied van de Welshe hymnodie.
    • Robin A. Leaver (geb. 1939) schreef Catherine Winkworth: The Influence of Her Translations on English Hymnody en Goostly Psalmes and Spirituall Songes (Oxford: Clarendon Press, 1992).
    • In de tweede helft van de 20e eeuw was Erik Reginald Routley (1917-1982), een theoloog en musicus, tussen 1947 en 1974 redacteur van het Bulletin of the Hymn Society of Great Britain and Ireland. Hij redigeerde veel gezangbundels en publiceerde veel in boeken en artikelen over hymnologie.