Waterplant

Drijvend veld van watergentiaan, een emerse hydrofiet, in een Tsjechisch meer

De waterplanten of hydrofyten zijn planten die zijn aangepast aan een tijdelijk of continu bestaan geheel of grotendeels onder water (submers of emers). Ze hebben morfologische aanpassingen waardoor ze kunnen overleven.

Terwijl de 'echte' waterplanten niet in de bodem wortelen en vaak onder water kunnen leven (met uitzondering van de bloeiwijzen), wortelen de helofyten of moerasplanten in de bodem en steken gewoonlijk boven de wateroppervlakte uit.

Voor vele diersoorten vormen waterplanten een voedselbron en leveren een schuil- en broedplaats.

Onderverdeling

Raunkiær's levensvormen:
1. Fanerofyt. 2-3. Chamefyt. 4. Hemikryptofyt. 5-6. Cryptofyt. 7. Helofyt. 8-9. Hydrofyt. Therofyt (wordt niet getoond)

Er kan een onderscheid gemaakt worden op basis van de weerstand tegen droge groei-omstandigheden.

  • Hydrofyten of 'echte' waterplanten (niet in de bodem wortelend)
  • Helofyten of moerasplanten (in de bodem wortelend)

Hydrofyten

Fonteinkruid, een submerse waterplant

De 'echte waterplanten' of hydrofyten komen voor in stilstaande of traag stromende permanente meren of rivieren. Deze planten zijn aangepast aan een submers leven. Indien het biotoop uitdroogt wordt het voortbestaan van deze planten bedreigd.

Voorbeelden van ondergedoken of submerse waterplanten zijn:

  • fonteinkruid (geslacht, verschillende soorten)
  • groot zeegras
  • grof hoornblad
  • fijne waterranonkel

Voorbeelden van emerse waterplanten, met drijvende bladeren zijn:

  • kroos (geslacht)
  • fonteinkruiden
  • gele plomp
  • heilige lotus
  • kikkerbeet
  • krabbenscheer
  • watergentiaan
  • waterlelies
  • waternoot
  • watervorkje, ook ondergedoken (een thalleus levermos, zonder bladeren)

Helofyten

Zie Helofyt voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De moerasplanten of helofyten kan men vinden in vochtige gebieden, oevers, tijdelijke wateren en overstromingsgebieden. Typerend voor vele moerasplanten is dat ze zich hebben aangepast aan een droge periode (zoals het uitdrogen van een rivierbedding) en een periode van gedeeltelijke of volledige onderdompeling. Voor sommige soorten is deze afwisseling noodzakelijk voor het bestaan.

De wortels dienen tot verankering van de plant. De stengels kunnen tot tien meter lang worden en zijn soepel en buigbaar. De drijvende bladeren kunnen hierdoor aanpassen aan de waterstand, waardoor de lichtopname niet in het gedrang komt. Andere soorten drijven, onafhankelijk van de bodem, net onder of boven het wateroppervlak. De voedingstoffen worden hoofdzakelijk via het blad opgenomen.

De periodes van droogvallen of van volledige onderdompeling mogen in het belang van de plant geen extreme waarden overschrijden:

  • De mate van de vloedperiode: indien de planten te diep onder de waterspiegel komen te staan zal er groeivertraging of afsterving voorkomen door een tekort aan zonlicht.
  • De duur van droge perioden: indien deze periode te lang of te intens is kunnen de planten uitdrogen.

De moerasplanten verkrijgen hun voedingsstoffen zowel via de bladeren als de wortels. De laatste zijn daarbij veruit het belangrijkst. De planten kunnen in een helofytenfilter worden ingezet om water te zuiveren.

Voorbeelden van inheemse moerasplanten zijn pijlkruid, mattenbies, riet, grote kattenstaart, lisdodden, zwanenbloem, beekpunge, egelskop en waterweegbree.

Zie ook

Externe links

  • Afbeeldingen en informatie over verschillende aquariumwaterplanten
· · Sjabloon bewerken
Algemene begrippen:concurrentie · contactgemeenschap · dood hout · fytocoenon · fytosociologie · natuurlijke vegetatie · plantengemeenschap · plantensociologie · plantensociologische nomenclatuur · SynBioSys · vegetatie · vegetatiekunde
Biogeografie:adventief · archeofyt · areaal · autochtoon · beschermingsstatus · cultuurgewas · cultuurvolger · disjunct verspreidingsgebied · eilandbiogeografie · endemie · exoot · extinctie · florarijk · floristiek · inburgering · inheems · invasieve soort · kosmopoliet · massa-extinctie · Rode Lijst van de IUCN · status · synchorologie · uitsterven · verspreidingsgebied · vestiging
Levensvorm:bladrozet · bladverliezend · boom · chamefyt · dwergstruik · epifyt · fanerofyt · geofyt · grasachtige plant · groenblijvend · helofyt · hemikryptofyt · houtige plant · hydrofyt · klimplant · kruidachtig · liaan · loofboom · naaldboom · slingerplant · struik · succulent · therofyt · winterhard
Standplaats:boomgrens · ecologische groep · Ellenberg-indicatorwaarde · extremofiel · freatofyt · halofiel · halofyt · hellingbos · helofyt · indicatorplant · indicatorwaarde van Ellenberg · oecologische groep · standplaatsfactor · stroomdalflora · tredplant · verlandingsvegetatie · xerofiel · xerofyt · zoutplant
Syndynamiek:climaxvegetatie · fenologisch optimum · pioniervegetatie · potentieel natuurlijke vegetatie (PNV) · successie · vegetatieaspect · verlanding· vervangingsgemeenschap
Fysiognomie:aspect · biodiversiteit · biomassa · boomlaag · bos · fenologisch optimum · formatie · grasland · inslaggemeenschap · kruidlaag · lintvormig · moeras · moslaag · mozaïek · ondergroei · puntvormig · schimmellaag · strooisellaag · struiklaag · struweel · symmorfologie · vegetatieaspect · vegetatielaag · vegetatiemozaïek · vegetatieperiode · vegetatiestructuur · vegetatietextuur · vegetatiezonering · vlakdekkend · zode
Syntaxonomie:associatie · associatiefragment · begeleidend taxon · constant taxon · derivaatgemeenschap · diagnostisch taxon · differentiërend taxon · exclusief taxon · kentaxon · klasse · klasse-eigen · klasse-vreemd · onderverbond · orde · preferent taxon · presentie · rompgemeenschap · subassociatie · syntaxon · syntaxoncode · syntaxonomie‎ · syntaxonomische rang · transgrediërend taxon · trouw · verbond
Vegetatieonderzoek:abundantie · bedekking · Braun-Blanquet-methode · Frans-Zwitserse School · International Association for Vegetation Science · minimumareaal · Plantensociologische Kring Nederland · relevé · shannon-index · vegetatieopname · vegetatieschaal van Tansley · Zürich-Montpellier School
Vegetatietypen:amfibische vegetatie · bos · dijkvegetatie · geriefbos · grazige vegetatie · houtwal · Landelijke Vegetatie Databank · mantelvegetatie · muurvegetatie · rotsvegetatie · ruigte · struweel · tredvegetatie · trilveen · watervegetatie · zoomvegetatie
Standaardwerken (NL):Atlas van plantengemeenschappen in Nederland · De vegetatie van Nederland (VvN) · Revisie Vegetatie van Nederland (rVvN)
Lijsten:lijst van bosgemeenschappen in Nederland · lijst van vegetatiekundigen · plantkunde van A tot Z · vegetatiekunde van A tot Z
· · Sjabloon bewerken
Algemeen, habitus
Levensvorm, groeivorm:fytografie · boom · boomkruin · bladverliezend · chamefyt · dwergstruik · eenjarige plant · epifyt · fanerofyt · fenologie · geofyt · grasachtige plant · groeivorm · groenblijvend · halfstruik · hapaxant · heester · helofyt · hemikryptofyt · houtige plant · hydrofyt · klimplant · kruidachtig · levensduur · levensvorm · liaan · loofboom · loofverliezend · meerjarige plant · monocarpisch · naaldboom · overblijvend kruid · overblijvende plant · pol · rozet · struik · succulent · teloomtheorie · thallus · therofyt · tweejarige plant · vaste plant · waterplant
Cellen en Weefsels
Anatomie & morfologie:apoplast · bladgroenkorrel · celwand · chloroplast · collenchym · cortex · cuticula · eicel · epidermis · felleem · fellogeen · felloderm · floëem · gameet · gametofyt · haar · houtvat · huidmondje · hypodermis · intercellulair · klierhaar · kurk · kurkcambium · kurkschors · merg · meristeem · middenlamel · palissadeparenchym · parenchym · periderm · plantaardige cel · plastide · schors · sclereïde · sclerenchym · spermatozoïde · sponsparenchym · steencel · stippel · symplast · topmeristeem · trachee · tracheïde · tylose · vaatbundel · vacuole · vrucht · xyleem · zaadcel · zeefvat · zygote
Organen, orgaanstelsels
Wortel:bijwortel · centrale cilinder · diktegroei · endodermis · exodermis · luchtwortel · medulla · merg · penwortel · pericambium · pericykel · rhizodermis · rizoïde ·secundaire diktegroei · centrale cilinder · topmeristeem · wortel · wortelhaar · wortelmutsje · zijwortel
Stengel, stam:bast · cambium · centrale cilinder · cladodium · cladofyl · concaulescentie · cortex · diktegroei · fyllocladium · knoop · lenticel · metatopie · stekel · stele · spil · stengel · tak · topmeristeem · schors · stam · uitloper · vertakking · wortelstok
Blad:ader · blad · bladgroen · bladgroenkorrel · bladkussen · bladmoes · bladnerf · bladschede · bladschijf · chloroplast · bladstand · bladsteel · bladvoet · catafyl · cladoprofyllum · chlorenchym · fyllodium · fyllotaxis · hoofdnerf · kokertje · ligula · nerf · nervatuur · prefoliatie · ptyxis · steunblaadje · tongetje · tuitje · vernatie · zaadlob · zijnerf
Levenscyclus, bloei, voortplanting
Bloem, gameetspore:actinomorf · androecium · androfoor · androgynofoor · anthofoor · anthere · anthotaxis · bijkelk · bloemstengel · bloeiwijze · bloemgestel · bloem · bloembodem · bloembekleedsel · bloemdek · bloemdekblad · bloemkroon · bloemstengel · bractee · calyx · carpel · carpofoor · caulis · connectivum · corolla · discus · epicalyx · estivatie · filament · funiculus · gametofyt · gynoecium · gynofoor · helmbindsel · helmdraad · helmhokje · helmhokje · hoogteblad · hypanthium · hypsofyl · inflorescentie · integument · kegel · kelk · kelkblad · knopligging · kroon · kroonblad · macrospore · meeldraad · meeldraaddrager · microspore · nucellus · omwindsel · ovarium · ovulum · periant · perigoon · petaal · pollenbuis · receptaculum · schijf · schutblad · sepaal · sporangium · spore · sporofyl · sporophyllum · sporofyt · stamper · stamperdrager · stempel · stengel · stigma · stijl · stylopodium · strobilus · tepaal · theca · vruchtbeginsel · vruchtblad · zaadknopkern · zygomorf
Zaad, vrucht, kieming:carpel · cotyl · cryptocotylair · embryo · endosperm · epigeïsch · fanerocotylair · hypogeïsch · integument · kieming · kiemopening · kiemwit · micropyle · micropylaire buis · mierenbroodje · navelstreng · perisperm · placenta · pluimpje · schijnvrucht · vaatmerk · vrucht · vruchtbeginsel · vruchtblad · zaad · zaadbeginsel · zaadknop · zaadhuid · zaadlijst · zaadlob · zygote